dossier overlast Lith

 
 
 
 
 
 
Gemeente Lith
t.a.v. het college van burgemeester en wethouders
Postbus 10.000
5397 ZZ Lith
                          
 
 
Betreft: verzoek nadere vergunningvoorschriften op te nemen in toekomstige vergunningen ex art 2.1.4.1
 
 
 
Bijlagen: 1 bijlage
 
                                                                                                Lith, 11 december 2004
 
 
Geacht college,
 
Middels deze brief vragen wij uw aandacht voor het volgende:
 
In september 2004 zijn er door de gemeente diverse vergunningen ex art 2.1.4.1 afgegeven ten behoeve van de horecagelegenheden Moira, Hertog-Jan en de gemeente Lith voor het veroorzaken van geluidshinder in de open lucht.
Op de data waarvoor vergunningen zijn verleend hebben wij ernstige geluidhinder te verduren gehad.
 
Deze vergunningen bevatten namelijk geen voorschriften welke enig maximum geluidsniveau bepalen waaraan de horecagelegenheden gebonden zijn.
Dit heeft tot gevolg dat beide horecagelegenheden en de gemeente denken dat wanneer zij in het bezit zijn van een vergunning zij zoveel geluid mogen produceren als men wil zonder hierbij gebonden te zijn aan enig maximum geluidsniveau. Dit heeft bij ons tot ernstige geluidhinder geleid.
Een consequentie is dat wij van onze nachtrust worden beroofd ofwel ook 's nachts onze woning moeten verlaten en elders onderdak en slaapgelegenheid moeten zoeken. Tijdens evenementen op het Marktplein van Lith, waar de horecagelegenheden muziek in de openlucht ten gehore brengen zijn wij tot nu toe genoodzaakt geweest om ons huis te verlaten en elders onderdak te zoeken.
Bijkomend probleem bij deze in september 2004 verleende vergunningen is de onmogelijkheid voor ons om hiertegen bezwaar te maken of middels een voorlopige voorziening deze inbreuk op onze persoonlijke levenssfeer te voorkomen. Wij uiten hierbij ons ongenoegen over deze gedraging van het college van burgemeester en wethouders en wij verzoeken u deze klacht, welke separaat aan u is verstuurd, in behandeling te nemen conform de bepalingen van uw klachtenverordening.
 
Wij maken u attent op de Nota "Evenementen met een luidruchtig karakter" van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Inspectie Milieuhygiëne Limburg) welke is bijgevoegd, verder te noemen de Nota. Deze Nota is een bruikbare handreiking voor het bevoegd gezag bij vergunning- en ontheffingverlening.
De Nota stelt: “Het zonder meer afgeven van een vergunning voor het houden van een evenement waarbij harde muziek de boventoon voert op een lokatie in de nabijheid van woningen, is niet meer van deze tijd. Zelfs indien aan de vergunning een voorschrift is verbonden (zonder haalbaarheidstoets) waarbij net geen "onduldbare" hinder optreedt, bijvoorbeeld 70-75 dB(A), zal in de praktijk (de vooraf voorspelbare) onduldbare overlast optreden. Er is immers - in 't algemeen - geen politie die - bij constatering van een ernstige overschrijding van de gestelde norm - het in zijn hoofd haalt om de muziek het zwijgen op te leggen. De angst voor het - daardoor - optreden van ernstige verstoring van de openbare orde, zal voor de politie (bijna) altijd zwaarder wegen dan het laten voortduren van de (onduldbare) hinder voor de omwonenden.”
 
Deze Nota stelt dat het een absolute noodzaak is om in een vergunning c.q. ontheffing de geluidniveaus aan te geven die niet mogen worden overschreden. Daarnaast is het van belang duidelijk aan te geven op welke plaats de normen van toepassing zijn en welke meet-  c.q. controlemethode dient te worden toegepast
 
Uitgangspunt van deze Nota is dat ten gevolge van een evenement binnenshuis het geluidsniveau niet dusdanig mag toenemen dat de spraakverstaanbaarheid in het gedrang komt, met andere woorden dat men luid moet gaan spreken om elkaar nog te kunnen verstaan. Dit uitgangspunt leidt tot een normstelling voor het binnenniveau van 50 dB(A) en daarvan afgeleid, uitgaande van een gevelisolatie van 20 à 25 dB(A), tot een maximale geluidsbelasting buiten van 70 à 75 dB(A). Voor de nachtperiode is volgens de Nota normstelling gerelateerd aan de spraakverstaanbaarheid onvoldoende, aangezien daarbij een normale nachtrust niet mogelijk is. Uitgaande van een gewenst binnenniveau van 25 dB(A) en een gevelisolatie van 20 à 25 dB(A) mag in de nachtperiode de geluidsbelasting op de gevel van een woning niet meer bedragen dan 45 à 50 dB(A).
 
Wij wijzen erop dat het naar onze mening niet acceptabel is dat er geen vergunningvoorschriften en controle en/of meetmethodes, analoog aan het in de nota gestelde, worden gehanteerd in vergunningen ex art 2.1.4.1
Dit heeft ernstige geluidhinder tot gevolg welke een ernstige inbreuk oplevert op onze persoonlijke levenssfeer, en welke alleen gerechtvaardigd kan worden geacht wanneer andere, zeer zwaarwegende belangen dat vorderen. Indien dit niet mogelijk is dienen wij hiervoor financieel te worden gecompenseerd of anderszins genoegdoening te krijgen.
Naar ons oordeel zal een besluit tot vergunningverlening zonder nadere voorschriften en controle en/of meetmethodes om genoemde redenen in rechte geen stand kunnen houden.
 
Wij verzoeken u om nadere vergunningvoorschriften op te nemen in toekomstige vergunningen ex art 2.1.4.1 conform het gestelde in deze nota.
Ook vragen wij  u ons aan te geven of de gemeente Lith de uitgangspunten uit deze nota hanteert bij vergunningverlening en zo niet welke uitgangspunten de gemeente Lith in de toekomst wel hanteert.
 
Wij vragen u dringend om ons op de hoogte te stellen van het beleid van de gemeente betreffende de vergunningverlening ex. Artikel 2.1.4.1 van de APV Lith 2000.
 
Wij zien uw reactie met belangstelling tegemoet.
 
Tevens verzoeken wij u onze persoonsgegevens niet openbaar te maken.
 
Hoogachtend,
 
 
 
Dhr. X en mw. Y
Lith