dossier overlast Lith

Het gemeentelijke beleid ten aanzien van geluidsoverlast in Lith

Op 1 juli 20036 augustus 2003 en 12 augustus 2003 sturen we brieven aan het college van burgemeester en wethouders van Lith over de door ons ondervonden geluidsoverlast met het verzoek hier direct een eind aan te maken omdat dit onze woon- en leefsituatie op ontoelaatbare wijze beïnvloedt.

Op 22 december 2003 is bij de gemeente en politie een klacht ingediend over de handhavende taak en het toezicht op de naleving van geluidsnormen. De politie handelt de klacht af en stelt op 2 juli 2004 dat deze gegrond is en gaat vervolgens handhaven op sluitingsuur (zie verderop). Op 6 april 2004 sturen we de gemeente op verzoek een concretisering van onze klacht. Op 12 mei 2004 en 12 november 2004 worden we gehoord. Daarna horen we niets meer, ondanks alle toezeggingen in die hoorzittingen...

Op 31 december 2003 doen we een verzoek tot handhaving voor de horecagelegenheden Moira en Hertog-Jan. De gemeente wijst die verzoeken af en de Raad van State fluit de gemeente op 30 maart 2005 terug voor zowel Moira als Hertog-Jan. Inmiddels heeft de gemeente dwangsommen uitgevaardigd voor Moira en Hertog-Jan.

Bij besluit van 12 januari 2004 heeft de gemeente nadere eisen gesteld met betrekking tot de inrichtingen Moira en Hertog-Jan. Deze nadere eisen schrijven o.a. het gebruik van een geluidsbegrenzer voor. Omdat deze nadere eisen geen einde maken aan de overlast vernietigd de Raad van State op 13 oktober 2004 de nadere eisen voor Moira en Hertog-Jan.

Op 15 april 2004 maken we bezwaar tegen ontheffing ten behoeve van de ingebruikname van een geluidsinstallatie in de buitenlucht op diverse data in 2004 op het terras van Hertog-Jan omdat niet duidelijk is welke geluidsnormen er gelden. 5 maanden later op 17 september 2004 verstuurt de gemeente de beslissing op bezwaar waarin ze het bezwaar gegrond verklaart maar niet ontvankelijk voor de data die al zijn geweest. Dan wordt er nog een truuk uitgehaald, diezelfde dag wordt er een besluit gepubliceerd dat er voor 18 t/m 21 september 2004 vergunning op basis van art 2.1.4.1 wordt verleend zonder geluidsnormen te stellen, waartegen geen bezwaar of  beroep meer open staat.

In reactie hierop dienen we
1. op 1 november 2004 een verzoek in tot het stellen van een nadere eis bij incidentele en collectieve festiviteiten ten behoeve van Moira en Hertog Jan
2. op 11 december 2004 een verzoek in nadere vergunningvoorschriften op te nemen in toekomstige vergunningen ex art 2.1.4.1
    op 1 april 2005 wijst de gemeente beide verzoeken af
3. op 11 december 2004 een klacht in over de onmogelijkheid bezwaar te maken of voorlopige voorziening in te stellen.
    op deze klacht wordt niet gereageerd.

Op 29 maart 2005 maken we bezwaar tegen een verleende vergunning ex art 2.1.4.1 en ontheffing ex art 4.1.7 aan stichting zeskamp comité Lith voor het veroorzaken van geluidshinder (zonder normen) op het Marktplein te Lith. Met een voorlopige voorziening vragen we de Rechtbank daar uitspraak over te doen. Middels een bestuurlijke heroverweging stelt het college van B&W alsnog normen, waardoor de muzikale avond van het zeskamp comité alsnog door kan gaan.

Omdat de politie in juli 2004 is gaan handhaven op het sluitingsuur komt het verzoek van Hertog-Jan om de sluitingstijden te verruimen. Het college van B&W produceert onmiddellijk een voorstel wat op 23 september 2004 in de raad wordt besproken en geamendeerd wordt aangenomen. In een brief gedateerd 11 september 2004 leveren we inspraak voor deze raadsvergadering. Hierin adviseren we de gemeenteraad beleid te ontwikkelen te weten een milieubeleidsplan, een geluidbeleid en een beleid voor evenementen en incidentele activiteiten van een horecagelegenheid. Saillant detail in deze vergadering is dat de burgemeester de raad verkeerd informeert door te stellen: "Momenteel is er geen sprake van overlastmeldingen vanwege terrassen", terwijl 14 omwonenden in een brief van 14 november 2003 deze overlast aan de gemeente hebben gemeld.

Op 31 oktober 2004 dienen we een klacht in over de schending van onze privacy door de gemeente en een raadslid. Hier wordt niet op gereageerd.

Op 8 mei 2005 doen we een verzoek tot het stellen van een maximum geluidsniveau bij incidentele festiviteiten ten behoeve van horecagelegenheden Moira en Hertog Jan van Brabant. Hier wordt niet op gereageerd. Op 10 augustus 2005 komt het excuus, vervolgens horen we niets meer.

Op de vraag wanneer de door ons ingediende klachten van 22 december 2003, 31 oktober 2004 en 11 december 2004 afgehandeld worden ontvingen we dit teleurstellende bericht. (De normale termijn voor de afhandeling van klachten is 6 weken, maximaal 10 weken). De nationale ombudsman wordt daarom op 7 juni 2005 ingeschakeld.

Op 12 november 2004 zegt de  loco-burgemeester toe initiatieven te nemen om escalatie van agressie en problemen te voorkomen.
In de nacht van 18 op 19 december 2004 wordt er wederom met geweld een aanslag op onze babykamer gepleegd, na meldingen van geluidsoverlast afkomstig van zowel Moira als Hertog-Jan aan het Marktplein. In een gesprek van 23 december 2004 met de buurtcoördinator Theo Liebregts en de gemeenteambtenaar van openbare orde en veiligheid Jerry Birdja is ons geadviseerd geen meldingen van geluidsoverlast meer te doen omdat dat onze veiligheid in gevaar brengt.
Als reactie hierop doen we op 2 januari 2005 een verzoek tot het verbieden van incidentele aktiviteiten en het tijdelijk sluiten van de horecagelegenheden Moira en Hertog Jan. De gemeente wijst dit verzoek af.

Na wederom diverse intimidaties, (doods)bedreigingen en geweld doen we op 6 augustus 2005 een verzoek tot sluiting van horecagelegenheid Moira, hierop ontvangen we op 12 augustus 2005 een teleurstellend bericht van de burgemeester. Op 19 augustus 2005 zijn we wederom genoodzaakt ons huis te verlaten.
Op onze verzoeken ons te informeren welke maatregelen genomen zijn of genomen worden om herhaling van geweld en intimidatie gericht aan ons adres en ons gezin te voorkomen krijgen we geen reactie.

Vlak voordat we voor de zoveelste keer ons koffertje moeten pakken en ons kind in veiligheid moeten brengen, besluiten we te gaan verhuizen.
In een dorp waar overlast, geweld, bedreigingen en intimidatie ons dagelijkse leven beheersen is het onleefbaar. Door het ontbreken van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid in de gemeente is er geen zicht wanneer het wel leefbaar wordt. Dan rest slechts een optie: vluchten.

----------------------------------------
Mr. X, Lith, 1 oktober 2005

- het rapport van de Nationale ombudsman 8-11-2005