Gemeente Lith
t.a.v. het college van burgemeester en wethouders en de
burgemeester
Postbus 10.000
5397 ZZ Lith
Bijlagen: 1 bijlage
Betreft: verzoek tot het stellen van een maximum
geluidsniveau bij incidentele festiviteiten ten behoeve van
horecagelegenheden Moira
en Hertog Jan van Brabant
Lith,
8 mei 2005
Geacht college / burgemeester,
Middels deze brief vragen wij uw aandacht voor het
volgende:
De afgelopen tijd zijn er door de gemeente een
aantal kennisgevingen
ex. artikel 4.1.3 van de APV Lith 2000 (hierna te noemen:
kennisgevingen)
geaccepteerd van de horecagelegenheden Moira en Hertog Jan van Brabant.
Op de data waarop deze kennisgevingen betrekking hadden hebben
wij zeer ernstige geluidhinder te verduren gehad.
Omdat er op deze data geen maximale geluidsnorm is
gesteld, gaan de horecagelegenheden ervan uit dat er geen maximum
geluidsniveau
geldt en dat zij zoveel geluid mogen produceren als men wil.
Naar onze mening is het niet acceptabel dat er bij
kennisgevingen
ex. artikel 4.1.3 APV geen maximaal geluidsniveau geldt.
Gezien het feit dat er sprake is van zeer slecht
geïsoleerde panden van beide horecagelegenheden is de kans op
blootstelling aan
zeer ernstige geluidhinder bij incidentele festiviteiten onvermijdelijk.
Wij wijzen op een meetrapport opgesteld door het
Regionaal milieubedrijf daterende van 18-2-2004 betreffende
geluidsoverlast
afkomstig van Moira op 14-2-2004, waarbij een overschrijding van de
wettelijke
geluidsnormen van meer dan 20 db(A) is vastgesteld (bijlage 1). In de
rechtspraktijk wordt een dergelijke overschrijding als zeer ernstige
hinder
aangemerkt.
Tevens verwijzen we naar diverse meetrapporten van het
Regionaal milieubedrijf welke reeds bij uw gemeente bekend zijn.
Een dergelijke blootstelling aan geluidhinder is
naar
onze mening onacceptabel en levert een zeer ernstige inbreuk op onze
woon en
leefsituatie. Een dergelijk vergaande inbreuk in de
persoonlijke levenssfeer kan alleen gerechtvaardigd worden geacht
wanneer
andere, zeer zwaarwegende belangen dat vorderen. Naar onze mening zijn
er geen
zwaarwegende belangen aanwezig die een vergaande inbreuk op onze
belangen
rechtvaardigen.
Indien dergelijke zwaarwegende belangen
wel aanwezig zijn dient er sprake te zijn van nadeelcompensatie.
Het feit dat er geen maximum geluidsniveau is gesteld
levert tevens rechtsonzekerheid op voor de direct omwonenden van de
horecagelegenheden en is daarom naar onze mening tevens in strijd met
het
rechtszekerheidbeginsel. Gezien het bovenstaande verzoeken wij u het
navolgende:
1. Wij verzoeken u om een maximaal geluidsniveau te
stellen bij kennisgevingen ex artikel 4.1.3 van de APV.
Wij laten uw gemeente de keuze om de wijze van invulling van dit
verzoek te
bepalen.
Ons inziens kan dit op diverse wijzen; o.a. door aanpassing
van artikel 4.1.3 van de APV Lith 2000, door middel van het opnemen van
een clausule
in de door u te nemen nadere eisen ingevolge de uitspraken van de Raad
van
State daterende van 12 januari 2004, of door middel van het toevoegen
van een
bepaling op het formulier voor het doen van kennisgevingen ex. artikel
4.1.3
lid 3.
2. Tot het tijdstip waarop de gemeente aan ons verzoek
tot het stellen van een maximum geluidsnorm bij festiviteiten heeft
voldaan
verzoeken wij u om bij toekomstige kennisgevingen gebruik te maken van
artikel
4.1.4 van de APV.
Naar onze mening dient de burgemeester gebruik te maken
van zijn bevoegdheid om een incidentele festiviteit te verbieden, omdat
de door
de festiviteit veroorzaakte geluidhinder de woon en leefsituatie van
omwonenden
op ontoelaatbare wijze beïnvloed.
Indien u besluit om niet aan onze verzoeken tegemoet te
komen zijn wij genoodzaakt om de door ons te lijden schade op uw
gemeente te
verhalen.
Tevens verzoeken wij u onze persoonsgegevens niet
openbaar te maken.
Hoogachtend,
Dhr. X en mw. Y
Lith