Gemeente Lith
t.a.v. het college van burgemeester en wethouders
Postbus 10.000
5397 ZZ Lith
Betreft: klacht over
onmogelijkheid bezwaar te maken of voorlopige voorziening in te stellen
Lith, 11 december
2004
Geacht college,
middels deze brief willen wij u onze klacht uiten
over
het ontnemen van onze mogelijkheid tot het maken van bezwaar of
instellen van
een voorlopige voorziening tegen diverse besluiten van de gemeente Lith.
Bij de op 14 september
2004 (verstuurd op 17 sept 2004) verleende vergunningen ex. Art
2.1.4.1. ten behoeve van Moira, Hertog-Jan en
de gemeente Lith is ons de mogelijkheid ontnomen om tegen deze
besluiten
bezwaar te maken of een voorlopige voorziening aan te vragen.
In de Maasbode van 17
september 2004 werd namelijk gepubliceerd dat de vergunningen zijn
verleend
voor de dagen 18 t/m 21 september 2004. Hierdoor is ons de mogelijkheid
tot het
maken van bezwaar of het instellen van een voorlopige voorziening
feitelijk
onmogelijk gemaakt.
Op de in de vergunning
genoemde data hebben wij ernstige geluidhinder te verduren gehad welke
een
ernstige inbreuk heeft opgeleverd op onze persoonlijke levenssfeer en
welke
alleen gerechtvaardigd kan worden geacht wanneer
andere, zeer zwaarwegende belangen dat vorderen.
In onze brief van 4
november 2003 hebben wij u reeds op deze situatie gewezen betreffende
ontheffingen APV 4.1.3 t.b.v. Moira. Dit heeft uiteindelijk
geresulteerd in een
beroepszaak voor de rechtbank ’s-Hertogenbosch. In de uitspraak (AWB
04/718,
verzonden 24 augustus) heeft de rechtbank u gewezen om in deze zaak een
nieuw
besluit te nemen. Tot op heden is nog geen nieuw besluit genomen.
Saillant detail bij de
vergunningverlening ten behoeve van de kermis 2004 is dat in een
besluit
gedateerd 2 maart 2004 de volgende vergunningen en ontheffingen ten
behoeve van
Hertog-Jan werden verleend door het college van burgemeester en
wethouders:
een ontheffing ten behoeve van de ingebruikname van een
geluidsinstallatie in
de buitenlucht op 29 april 2004, 20 mei 2004, 29 augustus 2004 en 18
september
2004 tot en met 21 september 2004 (artikel 4.1.7 van de Algemene
plaatselijke
verordening Lith 2000).
Hiertegen hebben wij
bezwaar gemaakt.
In een brief gedateerd
14 september 2004 (verzonden 17 september 2004) meldt het college van
B&W ons dat het “de ontheffing zoals bedoeld in artikel 4.1.7 van
de APV
Lith 2000, alsmede de daaraan verbonden voorschriften, zoals opgenomen
in ons
besluit van 2 maart 2004, in te trekken”.
Wij verzoeken u deze
klacht in behandeling te nemen conform de bepalingen van uw
klachtenverordening.
Tevens verzoeken wij u om
treffende maatregelen te nemen zodat een dergelijke onmogelijkheid om
bezwaar
en/of een voorlopige voorziening in te dienen bij toekomstige besluiten
van de
gemeente Lith voorkomen wordt.
Wij verzoeken u onze
persoonsgegevens niet openbaar te maken.
Hoogachtend,
Dhr. X
en mw. Y
Lith